Waar moet ik beginnen? We hebben weer zoveel gezien en gedaan.
Eerst maar even Koos. Dat is toch zo'n oen. Hij kijkt echt nergens naar. Rijdt zijn motor aan de grond op een dikke stoeprand terwijl er 10 cm verder een afritje is. En een klap dat dat gaf. Gelukkig bleef de motor heel. Dan hadden we nog even pech. Peter had de alarmlichten aangezet omdat we half op de weg stonden te wachten op de rest. Kreeg hij die krengen toch niet meer uit. We zouden over 30 mijl gaan tanken. Daar zou het opgelost kunnen worden. Maar dat werd even meer zoals het steeds even meer wordt. Uiteindelijk gingen we tanken. En zonder handschoenen had Peter dat knopje er zo uitgepeuterd. Je kon trouwens wel zien dat het al vaker was gebeurd. Je zag de moeten van een schroevendraaier in het plastic staan. Maar goed even van voren af aan. Omdat Santa Fe op 2300 meter hoogte ligt was het vanmorgen heerlijk koel buiten. Peter had gisteravond de airco uitgezet vanwege de herrie. Maar die moest later toch weer aan omdat het zo warm werd op de kamer. En rond halfzes weer uit omdat Peter het zo koud had. Hij kwam zich bij mij even warmen. Want ik had het niet koud. Bij het ontbijt lekker 'echt' bruin brood gegeten met jam. Dat hou je toch het langste vol. Lekkere thee erbij. Maar drie bakkies genomen. Je weet maar nooit wanneer je weer krijgt. Na gisteren 4 keer voor niets hotmail geprobeerd te hebben, probeerden we het vanmorgen nog een keer. Niets. Shit. Om 8 uur gingen we te paard voor een rit van 220 mijl. Over de snelweg naar Albequerque en vandaar naar een "Indianendorp" om aapjes te kijken. Kleine huizen met ronden dikke muren en een oven in de tuin. Vrij armoedig allemaal. En dan een stoffig dorpsplein met een mooi wit kerkje er aan. Blijkbaar toch nog wel wat gelovigen hier, want er staan een stuk of 50 kerkboeken achterin de kerk. Op zoek naar het toilet. Er is hier echt niets te doen verder. We mogen van iemand die naast de kerk in de tuin bezig is in de zondagschool naar het toilet. Verder gaat het weer. Nog een stukje snelweg en dan binnendoor naar Laguna waar het etenstijd is. Peter eet een 'foot long hotdog' in een brood met alles erop en eraan. Ik neem een 'Lagunaburger' met alles erop en eraan. En van echt vlees, gebakken op een plaat (niet in de frituur). Het was heerlijk. Maar achteraf beide wel pittig. Er moest tenminste flink wat bluswater aan te pas komen tijdens de rest van de dag. We rijden naar Grants waar besloten wordt om een omweg te maken door de bergen. Weg 53 door El Malpais. Daar was een Ice Cave waar we over een zwarte zandweg arriveren. We zien kolibries met z'n velen aan een voerbak fladderen. Dat wordt uitgebreid op de foto gezet. Daarna kopen we in het winkeltje wat kaarten en een superkleine dromenvangen. Die gaat de nachtmerries niet wegjagen. Maar het is een leuk ding. Dan verder naar El Morro, de grote rots. En over weg 608 naar Gallup. Het was een prachtige rit. Zo gaat-ie goed. We hadden ook weer prachtig weer. Licht bewolkt, warm weer. In de verte wel een hele grote, donkere wolk gezien waarvan Nienke zei dat er ook lichtflitsen uitkwamen. Maar die trok al weer weg naarmate wij dichter bij het hotel kwamen. Hebben we weer mazzel gehad. Die mensen daar niet, want je zag aan de wolk dat het daar flink te keer ging. Bij Gallup even flink zoeken naar het hotel, maar daar raken we al aan gewend. Hotel 6, dus redelijk lang wachten op de kaartjes. Het gewone avondritueel. We kregen een kortingsbon voor de Olympic kitchen. Dus na het douchen en het dutje om half acht er naar toe. Peter had chicken souvlaki (grieks?) en ik had veal (kalf) met spaghetti (italiaans) en een kleine salade. Koffie toe. Dat was het weer. We hebben nog maar 1 keer een toetje genomen. Dat was in de Ierse pub in Oklahoma city. Verder zijn alle maaltijden zo groot, dat we aan de (vast lekkere) toetjes helemaal niet toekomen. Terug naar de kamer voor een rondje TV en slapen. |